Chantal van Dam

Uit de pers


In ‘De lucht van zout en teer’ gaat de jonge, idealistische, biologe Ilse Versluijs aan de slag bij de controledienst van landbouw en visserij. Zij denkt zo de biologische rijkdommen van de zee te kunnen beschermen, maar komt terecht in een ontnuchterende wereld van geknoei, bureaucratische rompslomp en tweeslachtig beleid.
Persbericht Nijgh & Van Ditmar

Wie graag straatrumoer in een roman aantreft, kan in de nieuwe roman van Chantal van Dam zijn hart ophalen.
De Groene Amsterdammer

‘De lucht van zout teer’ biedt een interessante inkijk in de visserijwereld en Ilse’s verhaal zet je aan het denken over persoonlijke motieven en integriteit. Daarnaast is het boek een feest van herkenning voor iedere ambtenaar. Van Dam beschrijft de ambtelijke wereld met een flinke dosis ironie, waardoor er ook veel te lachen valt.
rePublic.

Bijzonder aan deze roman is de droogkomische, steeds lichtjes verwonderde manier van vertellen. De toon is niet klagerig of verongelijkt, maar steeds feitelijk. En vooral ook nuchter: zo oneerlijk gaat het blijkbaar toe in het leven en iedereen mag er het zijne of hare van denken.
NRC Handelsblad

Het is een persoonlijk verhaal dat je een heldere kijk geeft op de troebele wereld van de intensieve beroepsvisserij op de Noordzee.
Het Visblad

De kracht van het verhaal ligt vooral in de precieze en cynische toon van de auteur. Elsevier

Biologe en schrijfster Van Dam neemt de tijd voor haar uitgaven en dat levert compromisloos kwaliteitswerk op. De roman geeft een goed beeld van de jaren tachtig en beschrijft tevens indringend een relatie op afstand.
Uit in Amstelveen

Stoere dame in corrupte mannenwereld.
Opzij

Voor insiders zijn de vispassages in ‘De lucht van zout en teer’ zonder meer boeiend en zoveel jaar later misschien wel een feest van herkenning. Subliem geschreven ook, met een ironische stijl. Maar gelet op het soms profane en ongekuiste woordgebruik heb ik niet de vrijmoedigheid het boek aan te bevelen.
Visserijnieuws

Ingehouden stijl die aan Elsschot en Alberts herinnert.
De Groene Amsterdammer