De vis wordt duur betaald
Radio column Vroege Vogels - 26 april 2009
Een mens heeft vooroordelen. Bijvoorbeeld dat het werk van
Herman Heijermans achterhaald en niet meer te pruimen is. Neem
zijn bekendste toneelstuk Op hoop van zegen. Iets voor het
amateurtoneel, dacht ik, leuk voor op vlaggetjesdag, maar verder
terecht in de literaire canon opgeborgen. Tot een professionele
theatergroep het stuk weer opvoerde en er geweldig succes mee
had. Ik werd nieuwsgierig. Als zeebioloog kon ik niet om de
voorstelling heen, vond ik en kocht kaartjes.
De theatergroep was bedacht op mensen met vooroordelen. Je
moest bereid zijn door het bekende verhaal heen te kijken, stond er
in het programmaboekje, dan zou er een wereld voor je opengaan.
Misschien zelfs onze eigen wereld.
En zo was het ook. In het toneelstuk neemt een reder willens en
wetens het risico om een wrakkig schip op de haringvisserij uit te
sturen. Het schip vergaat met man en muis. De reder - hij heet
toevallig Bos - incasseert het verzekeringsgeld. De
vissersgemeenschap blijft aangeslagen en machteloos achter.
Ik herkende meteen de kredietcrisis in het drama. En zag
overeenkomsten met de bonussen opstrijkende bankdirecteuren, de
ondergang van de Landsbanki, verzwolgen spaartegoeden, falend
toezicht en de samenleving die voor de schade mag opdraaien.
Inderdaad: de vis wordt duur betaald. Ik meende zelfs in het
klokgelui dat elke scène besloot, de gong van de Amsterdamse
beurs te horen.
Als zeebioloog vergeleek ik ook de visserijwereld van toen met die
van nu en zag eerst alleen grote verschillen. Sociale misstanden
zoals in Heijermans’ tijd komen in Nederland niet meer voor. De
schepen zijn veilig, de vistechnieken perfect. Op haring vissen is
geen slavenwerk meer, maar eerder een fluitje van een cent. En de
reders zijn zo fatsoenlijk geworden dat zij voor die haring het MSC
keurmerk kregen, het hoogste cijfer voor goed gedrag dat je in de
visserij kunt halen. Wat een vooruitgang! Zeker als je bedenkt dat
de haring er dertig jaar geleden bijna was geweest. Opgevist, door
reders die toen nog niet zo verstandig waren.
De Noordzeeharing is gered, maar nu staat de kabeljauw er
onrustbarend slecht voor. De tongstand is belabberd, de scholstand
kielekiele. En kijk je verder dan de Noordzee, dan kom je
wereldwijd nog veel meer narigheid tegen. Groeiende
overexploitatie, dalende vangsten, illegale visserij, gebrekkige
controle, asociale visserijakkoorden, eigen markt eerst, lokale
vissers die de dupe zijn en vis die duur wordt betaald.
Als je ‘t mij vraagt is Heijermans nog behoorlijk actueel.
Chantal van Dam